Porsche 2.1 Turbo RSR: De Oer-Turbo die Le Mans op zijn kop zette
In de wereld van de autosport zijn er iconen die niet alleen races beïnvloeden, maar ook de koers van een heel merk veranderen. De Porsche 2.1 Turbo RSR, die in 1974 furore maakte op Le Mans, is zo’n auto. Dit technologische meesterwerk staat straks te schitteren in de Iconics Expositie van Heaven911 – niet alleen als relikwie uit het verleden, maar als mijlpaal die de geboorte inluidde van Porsche’s turborevolutie.
Geboren uit noodzaak, gebouwd met visie
Begin jaren ’70 was het FIA-reglement voor Groep 5-auto’s zo gewijzigd dat autofabrikanten nieuwe mogelijkheden kregen om experimentele technieken in de racerij te testen. Voor Porsche betekende dit één ding: het was tijd om turbotechnologie – al met succes toegepast op de 917/10 en 917/30 Can-Am monsters – te vertalen naar een op de 911 gebaseerde racewagen.
De 2.1 Turbo RSR zag in 1974 het levenslicht. Op basis van een 911 Carrera RSR werd een compleet nieuwe auto gebouwd met één doel: meedoen aan de 24 uur van Le Mans en ervaring opdoen met turbotechniek onder extreme omstandigheden.
Begin jaren ’70 was het FIA-reglement voor Groep 5-auto’s zo gewijzigd dat autofabrikanten nieuwe mogelijkheden kregen om experimentele technieken in de racerij te testen. Voor Porsche betekende dit één ding: het was tijd om turbotechnologie – al met succes toegepast op de 917/10 en 917/30 Can-Am monsters – te vertalen naar een op de 911 gebaseerde racewagen.
De 2.1 Turbo RSR zag in 1974 het levenslicht. Op basis van een 911 Carrera RSR werd een compleet nieuwe auto gebouwd met één doel: meedoen aan de 24 uur van Le Mans en ervaring opdoen met turbotechniek onder extreme omstandigheden.
Een buitenbeentje met brute power
Op het eerste gezicht lijkt de 2.1 Turbo RSR op een opgepompte 911, maar schijn bedriegt. De carrosserie werd drastisch verbreed en kreeg opvallend grote wielkasten en een enorme voorspoiler. Die aerodynamische aanpassingen waren essentieel om de verhoogde downforce aan te kunnen – en om de hitte van de turbomotor kwijt te raken. Om het gewicht laag te houden, werd de rolkooi uit aluminium vervaardigd en waren de deuren en alle opbouwdelen van kunststof. Voor een uitgebalanceerd rijgedrag werd de 120-liter brandstoftank achterin de cockpit geplaatst.
Onder de achterklep lag een revolutionaire krachtbron: een 2.142 cc zescilinder boxermotor met één grote KKK-turbo. Die leverde maar liefst 500 pk – een astronomisch vermogen voor een tweeliter in de jaren ’70. Omdat het FIA-reglement een turbowagen met een factor 1,4 vergeleek met een atmosferische motor, kwam Porsche precies onder de limiet van 3 liter (2.1 x 1.4 = 2.94).
Op het eerste gezicht lijkt de 2.1 Turbo RSR op een opgepompte 911, maar schijn bedriegt. De carrosserie werd drastisch verbreed en kreeg opvallend grote wielkasten en een enorme voorspoiler. Die aerodynamische aanpassingen waren essentieel om de verhoogde downforce aan te kunnen – en om de hitte van de turbomotor kwijt te raken. Om het gewicht laag te houden, werd de rolkooi uit aluminium vervaardigd en waren de deuren en alle opbouwdelen van kunststof. Voor een uitgebalanceerd rijgedrag werd de 120-liter brandstoftank achterin de cockpit geplaatst.
Onder de achterklep lag een revolutionaire krachtbron: een 2.142 cc zescilinder boxermotor met één grote KKK-turbo. Die leverde maar liefst 500 pk – een astronomisch vermogen voor een tweeliter in de jaren ’70. Omdat het FIA-reglement een turbowagen met een factor 1,4 vergeleek met een atmosferische motor, kwam Porsche precies onder de limiet van 3 liter (2.1 x 1.4 = 2.94).
Le Mans 1974: meer dan alleen een podium
Tijdens de 24 uur van Le Mans in 1974 startte Porsche met één fabrieksauto, bestuurd door Gijs van Lennep en Herbert Müller. Tegen overmacht van prototypes als de Matra en de Gulf-Mirage wist de 2.1 Turbo RSR het onmogelijke waar te maken: een tweede plek in het algemeen klassement en winst in zijn klasse. Het was de eerste keer dat een turbomotor deze prestatie leverde in Le Mans – en dat met een auto die op een straatauto gebaseerd was.
Het succes was niet alleen sportief van aard, Gijs van Lennep en Herbert Müller behaalden ook een derde plaats tijdens de 1.000 kilometer van Monza. Het was het ultieme bewijs dat turbotechniek klaar was voor de serieproductie. Eén jaar later, in 1975, introduceerde Porsche de 911 Turbo (930) – de eerste straatauto van het merk met turbotechnologie, direct geïnspireerd op deze racewagen.
Tijdens de 24 uur van Le Mans in 1974 startte Porsche met één fabrieksauto, bestuurd door Gijs van Lennep en Herbert Müller. Tegen overmacht van prototypes als de Matra en de Gulf-Mirage wist de 2.1 Turbo RSR het onmogelijke waar te maken: een tweede plek in het algemeen klassement en winst in zijn klasse. Het was de eerste keer dat een turbomotor deze prestatie leverde in Le Mans – en dat met een auto die op een straatauto gebaseerd was.
Het succes was niet alleen sportief van aard, Gijs van Lennep en Herbert Müller behaalden ook een derde plaats tijdens de 1.000 kilometer van Monza. Het was het ultieme bewijs dat turbotechniek klaar was voor de serieproductie. Eén jaar later, in 1975, introduceerde Porsche de 911 Turbo (930) – de eerste straatauto van het merk met turbotechnologie, direct geïnspireerd op deze racewagen.
De brug tussen race en weg
Wat de 2.1 Turbo RSR zo bijzonder maakt, is niet alleen zijn racehistorie. Het is een tastbaar symbool van Porsche’s filosofie: racen als laboratorium voor innovaties. Zonder deze auto had de 911 Turbo misschien nooit bestaan. Het brede voorkomen, de forse spoiler en het typische turbo-geluid: ze vinden hun oorsprong in deze ene, zilveren racer.
Dit is een 911 die geschiedenis schreef: de eerste Porsche 911 met turbomotor én de eerste Porsche-racewagen met turbo-aandrijving op Le Mans. Het is de auto die bewees dat durven innoveren loont – en dat zelfs een merk met een rijke geschiedenis nooit stil mag staan.
Wat de 2.1 Turbo RSR zo bijzonder maakt, is niet alleen zijn racehistorie. Het is een tastbaar symbool van Porsche’s filosofie: racen als laboratorium voor innovaties. Zonder deze auto had de 911 Turbo misschien nooit bestaan. Het brede voorkomen, de forse spoiler en het typische turbo-geluid: ze vinden hun oorsprong in deze ene, zilveren racer.
Dit is een 911 die geschiedenis schreef: de eerste Porsche 911 met turbomotor én de eerste Porsche-racewagen met turbo-aandrijving op Le Mans. Het is de auto die bewees dat durven innoveren loont – en dat zelfs een merk met een rijke geschiedenis nooit stil mag staan.
PORSCHE ICONIC |
2.1 TURBO RSR |
Bouwjaar |
1974 |
Motor |
6-cilinder boxer turbo |
Motorinhoud |
2.142cc |
Vermogen |
367 kW (500pk) |
Topsnelheid |
300 km/u |
Acceleratie |
0-100 km/h: 3,2 seconden |
Gewicht |
750 kg |
